De zeehond staat op de rode lijst van in hun voortbestaan bedreigde dier- en plantensoorten. De bedreigde dier- en plantensoorten op de rode lijst zijn niet wettelijk beschermd, tenzij ze ook in de Nederlandse Flora- en faunawet zijn opgenomen. Op basis van deze rode lijst staan wordt geprobeerd beschermingsmaatregelen te treffen om deze soorten in aantal te laten toenemen.
Er leven twee soorten zeehonden in de Nederlandse wateren. De gewone zeehond (Phoca vitulina) en de grijze zeehond (Halichoerus grypus).


Gewone zeehond (Phoca vitulina)
De gewone zeehond (Phoca vitulina) heeft een ronde kop met grote, ronde ogen. De neusgaten van de gewone zeehond staan in een V-vorm. De basiskleur is zilvergrijs en de buik is altijd lichter van kleur. Sommige zeehonden hebben spikkels en andere zeehonden zijn juist heel blond; dit verschilt per zeehond. Zeehonden uit Groot Brittannië zijn vaak donkerder en meer gespikkeld dan zeehonden in de Waddenzee. In de loop van het seizoen verkleurt de vacht: vlak voor de verharing zijn zeehonden bruiner van kleur; na de verharing meer zilvergrijs.
Het verschil tussen een mannetje en een vrouwtje is bij een zeehond moeilijk te zien. Wanneer zij eenmaal volwassen zijn, is de grootte een indicatie. Een mannetjes zeehond wordt ongeveer 1,50m – 1,90m lang en kan wel 140kg – 170kg zwaar worden. Een vrouwtje wordt ongeveer 1.40m – 1,70m lang en 90kg – 130kg zwaar. Bij juveniele dieren is – zeker op afstand – weinig verschil te zien tussen een mannetje en een vrouwtje. Zeehonden zijn pas geslachtsrijp als zij 3 – 5 jaar oud zijn.
De pups van de gewone zeehond worden in de zomerperiode geboren. De geboorte vindt plaats op de zandbanken; dat houdt in dat de pup vrijwel meteen moet kunnen zwemmen: binnen enkele uren stijgt het water en staat de zandbank onder water. Deze pups hebben dan ook – anders dan grijze zeehonden – geen witte “babyvacht”. Interessant is dat pups van de gewone zeehond in de baarmoeder wel degelijk zo’n (lanugo) babyvacht hebben; deze verdwijnt echter tijdens de geboorte. Zo’n wollige vacht zou het jong enorm beperken bij het zwemmen. Een pup weegt bij zijn geboorte ongeveer 8-10 kg en blijft vier weken lang bij zijn moeder. Hij wordt gezoogd met vette moedermelk en groeit van zijn geboortegewicht naar 30kg – 35kg. Na vier weken begint de paartijd en laat de moeder haar pup alleen; vanaf dat moment moet hij zichzelf redden. Omdat de moeder het jong alleen maar gezoogd heeft en niets heeft geleerd, moet hij zelf ontdekken hoe te overleven. Hij leert zichzelf om kleine visjes en garnaaltjes te vangen en op grotere vissen te jagen. Dat is niet gemakkelijk. In deze periode verliest de zeehond dan ook wel tot 1/3 van zijn gewicht.
Grijze zeehond (Halichoerus grypus)
De grijze zeehond (Halichoerus grypus) is groter dan de gewone zeehond. Dat is vooral zichtbaar wanneer hij zijn kop boven water steekt: een veel robuustere kop dan die van de gewone zeehond. Hij heeft een lange, brede neus met neusgaten die parallel lopen. Grijze zeehonden zijn – in tegenstelling tot wat hun naam suggereert – bruin, grijs of soms zelfs bijna zwart.
Wanneer de grijze zeehond volwassen is, is er een duidelijk verschil te zien tussen een mannetje en een vrouwtje. Het mannetje wordt heel groot: 2.30m – 3.10m lang met een gewicht tot wel 350kg! Een vrouwtje is kleiner, maar nog steeds groot. Zij wordt ongeveer 2m lang en ongeveer 210kg zwaar. Ook grijze zeehonden zijn pas geslachtsrijp als zij 3-5 jaar oud zijn. Net als bij gewone zeehonden is het ook bij juveniele grijze zeehonden lastig om op afstand te zien of het om een mannetje of een vrouwtje gaat.
De pups van de grijze zeehond worden in de winter geboren en hebben, in tegenstelling tot de pups van de gewone zeehond, een dikke, witte vacht. De pups worden op het droge geboren; die witte vacht houdt hen warm in de winterperiode. Maar de pups kunnen door die dikke, witte vacht niet zwemmen. Daarom blijven zij gedurende de zoogperiode op het droge, terwijl de moeder (soms) op jacht gaat. Zij komt regelmatig terug om haar jong te zogen. De zoogperiode duurt ongeveer drie weken en in die tijd groeit de pup van een geboortegewicht van 10kg – 12kg naar zo’n 35kg – 40kg! Daarna verdwijnt de witte vacht en kan het jong in zee beginnen met het ontdekkingsproces van overleven.